RS0/2.3
Slagsonderen volgens DIN 4094 geschiedt met een valgewicht van 30 of 50 kg en een valhoogte van 50 cm. Met enkele handelingen kan het gewenste gewicht worden gekozen.
Een mechanische verbinding met het aambeeld garandeerd de constante valhoofte van 50 cm. Het aantal slagen wordt elctro-mechanisch waargenomen en
vastgelegd in telwerken die elke 10 cm indringing apart registreren. Daartoe wordt de voortgang aangegeven met een instelbare wijzer, zodat met de hand
het betreffende telwerk kan worden geactiveerd. Het in hierdoor nagenoeg onmogelijk om telfouten te maken.
Zodra de sondeerconus opnieuw 10 decimeter (= 1 m) in de bodem is gedrongen, wordt het toestel met het uitschakelen van het 10e teklwerk stilgezet.
De SPT-uitvoering wordt uiteraard voorzien van het 63,5 kg zware valgewicht waarbij de valhoogte 76,2 cm bedraagt.
Bei der Durchführung von Rammsondierungen nach DIN 4094 arbeitet das automatische Rammsondiergerät mit einem Fallgewicht (Rammbär) von 30 oder 50 kg und der Fallhöhe 50 cm.
toepassingsgebied
- slag-sonderingen DPM/DPH
- monstername voor grondmechanisch onderzoek met behulp van ramgutsen RKS
- geologisch en hydrologisch onderzoek, bijv. bij vuilstort of bodemverontreiniging
RS0/2.3 met ramgutsen
Het nemen van grondmonsters geschiedt met de bekende ramgutsen (zie bij "RKS"), waarbij ofwel elke slag met een hoge energieoverdracht gepaard gaat
via de langzaam slaande slagsondeermachine danwel een hoogfrequente hydraulische hamer voor het indrijven zorgt.
Het trekken van de sondeerstangen of de gutsen kan met de in de mast voorziene geleidingsslede worden gedaan.
Om de grote wrijving, die meestal aan het begin van de uittrek-operatie optreedt, te overwinnen kan een hydraulische trekcilinder worden geleverd. |
 |
|
Uw partnerWim De Kleermaeker
+31-624549526
Nordmeyer Holland
meer gegevens:
technische gegevens
|
)